Waarom wordt dit CO2-project ontwikkeld?
Porthos biedt bedrijven de mogelijkheid om hun CO2-uitstoot te verminderen in de periode dat alternatieve, duurzame technieken nog onvoldoende ontwikkeld zijn. Hiermee kan al heel snel een bijdrage worden geleverd aan de klimaatdoelstellingen in Nederland en de energietransitie.
CCS (Carbon Capture and Storage, ofwel CO2-afvang en -opslag) is een relatief goedkope maatregel die al op korte termijn de CO2-uitstoot fors kan verminderen. Het langetermijndoel blijft de verduurzaming van industriële productieprocessen.
Waar komt de CO2-pijpleiding te liggen?
De leiding op land komt te liggen in de bestaande leidingstrook langs de A15, via Botlek-Vondelingenplaat tot aan de Maasvlakte. De leiding op land is circa 30 kilometer lang.
Via een compressorstation gaat er vervolgens een leiding onder de Noordzeebodem naar een platform op zo’n 20 kilometer uit de kust. Vandaar gaat de CO2 naar lege (uitgeproduceerde) gasvelden, ruim drie kilometer onder de Noordzeebodem.
In welke velden wordt de CO2 opgeslagen? Van wie zijn die velden?
Vanaf het platform wordt de CO2 permanent opgeslagen in lege (uitgeproduceerde) gasvelden op drie tot vier kilometer onder de Noordzeebodem. Porthos richt zich op de opslag van CO2 in de lege gasvelden P18-2, P18-4 en P18-6.
TAQA heeft gas uit deze velden gewonnen en de velden zijn beschikbaar voor opslag. Vanaf het bestaande platform van P18A, dat geëxploiteerd wordt door TAQA, zal Porthos de CO2 injecteren in het lege gasveld.
Wanneer start de opslag van CO2?
In oktober 2023 is de definitieve investeringsbeslissing voor Porthos genomen. Begin 2024 is de aanleg van de Porthos-infrastructuur gestart. Naar verwachting is het systeem operationeel in de loop van 2026.
Welke partijen gaan de CO2 aanleveren?
In december 2021 hebben Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell de definitieve contracten met Porthos getekend voor transport en opslag van CO2. Deze partijen zijn dicht bij elkaar gelegen in de Rotterdamse haven, wat voordelen biedt in de infrastructuur.
De bedrijven gaan vanaf 2026 samen jaarlijks 2,5 miljoen ton CO2 van hun installaties in Rotterdam afvangen en aanleveren aan de Porthos-infrastructuur. Over een periode van vijftien jaar gaat het in totaal om ongeveer 37 miljoen ton die permanent onder de Noordzee opgeslagen blijft.
Is het Porthos-project veilig voor het milieu?
In de voorbereiding van het Porthos-project is uitgebreid en gedetailleerd onderzoek gedaan naar diverse milieu-aspecten en -effecten van het transportnetwerk. De resultaten zijn beschreven in het milieueffectrapport (MER). Royal HaskoningDHV schreef een publiekssamenvatting van het MER over de Porthos-infrastructuur, die openbaar beschikbaar is.
De effecten in de aanlegfase en de gebruiksfase zijn nihil of zeer beperkt. Daarnaast werken we tijdens de aanleg van het netwerk waar mogelijk met duurzaam (elektrisch) materiaal.
Aanlegfase
Bij de aanleg van de Porthos-leiding op land is zelfs sprake van een verbetering van de bodemkwaliteit, omdat eventuele bodemverontreinigingen worden gesaneerd. Bij de aanleg op land, op zee en bij de realisatie van het compressorstation komt stikstof vrij van het verkeer, het werkmateriaal en de vaarbewegingen. Er worden maatregelen genomen om de hoeveelheid stikstof die vrijkomt te beperken. De Porthos-infrastructuur niet zal leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden. Gedurende het gehele realisatietraject wordt nauwkeurig rekening gehouden met de Wet Natuurbescherming. Omdat de infrastructuur bijna helemaal ondergronds wordt aangelegd zijn er geen landschappelijke veranderingen. De flora en fauna worden dan ook hooguit voor een zeer korte tijd, tijdens de uitvoerende werkzaamheden op de locatie, licht verstoord. Het boren, pijpleggen en baggeren onder water geeft tijdelijk enige geluidsoverlast voor de zeedieren. Er zijn voldoende uitwijkmogelijkheden voor deze dieren en er is voldoende geschikt leefgebied aanwezig.
Gebruiksfase
De leiding heeft in de gebruiksfase geen milieueffecten. Om de veiligheid optimaal te borgen kunnen in de zogenoemde risicocontour geen woningen worden gebouwd. Dat speelt ook bij het compressorstation: ook hier mogen in de directe omgeving vanuit veiligheidsperspectief geen woningen komen.
Eindfase
Na de gebruiksfase van 15 jaar worden de leidingen afgesloten en in de bodem achtergelaten. De verzamelpijpleiding en het compressorstation heeft meer capaciteit dan Porthos zelf gebruikt. Er is dus ruimte voor volgende CCS-projecten. Wanneer verder gebruik niet meer mogelijk is, zal het compressorstation worden verwijderd, waarbij de milieueffecten vergelijkbaar zijn met de milieueffecten in de aanlegfase.
Is het Porthos-project veilig voor de omgeving?
Veiligheid is voor Porthos een van de belangrijkst randvoorwaarden, zowel voor de mensen die bij de betrokken zijn bij de werkzaamheden aan het tracé als bij de omwonenden en omliggende bedrijven. Zowel tijdens de aanleg van het transportnetwerk van groot belang voor omwonenden en omliggende bedrijven als ook in de operationele fase; zodra het systeem in gebruik is. In juni 2020 is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is de initiatiefnemer voor het deel van het MER dat over het plan gaat en Porthos voor het project-gedeelte. Royal HaskoningDHV schreef een publiekssamenvatting van het MER over de Porthos-infrastructuur, die openbaar beschikbaar is.
Aanlegfase
De landleiding van Porthos komt te liggen in de bestaande leidingstrook langs de A15, via Botlek-Vondelingenplaat tot aan de Maasvlakte. De leiding op land is circa 30 kilometer lang. Het werken in de leidingenstrook vraagt veel afstemming.
Om in de leidingenstrook te mogen werken gelden strenge richtlijnen en vaste procedures. Onze aannemers moeten werken volgens de regels die zijn vastgelegd in het ‘Handboek Leidingen’ van Gemeente Rotterdam. Dit handboek is geen richtlijn maar heeft een juridische status.
Voordat buiten wordt gestart met het werk, is er veel overleg geweest met de beheerders en eigenaren van de bestaande kabels en leidingen in het projectgebied. Een logisch gevolg van het feit dat het transport in de Rotterdamse haven ondergronds wellicht nog drukker is dan bovengronds. De consequenties van verstoringen in de kabels- en leidingenstrook reikt ver; productverlies, stilvallen van processen en zelfs het ontstaan van gevaarlijke situaties bij stagnatie van fabrieksprocessen. De rol van de leidingeigenaren en -beheerders is om deze reden groot. Door volgens vaste procedures samen te werken borgen we met elkaar de veilige ligging en het veilig gebruik van de leidingen.
Gebruiksfase
Zodra het Porthos-systeem in productie gaat, stroomt er CO2-gas door het leidingstelsel. De leiding, het compressorstation, het platform en de putten zijn ontworpen met alle relevante veiligheidsnormen om daarmee de kans op eventuele niet voorziene gebeurtenissen tot een minimum te beperken. CO2 is niet explosief en niet brandbaar. Er bestaat een zeer gering veiligheidsrisico bij lekkage in de Porthos-infrastructuur. Als er zoveel CO2 vrijkomt dat deze als een CO2-wolk de zuurstof uit de lucht verdringt én er sprake is van langdurige blootstelling aan een zeer hoge CO2 -concentratie zou dit gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid van mens en dier.
Lekkage in de landleiding kan veroorzaakt worden door werkzaamheden in de leidingstrook, waarbij de leiding beschadigd raakt. De leiding wordt continu gemonitord. Als er lekkage optreedt, wordt dit snel gemeld en opgelost, zodat het volume CO2 dat vrijkomt beperkt is. De leiding kan ook worden aangetast door corrosie. De kans daarop is klein omdat de leiding tegen corrosie wordt beschermd door een beschermingssysteem en een coating om de leiding. Speciaal voor Rozenburg wordt in samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam een reactieplan uitgewerkt voor alle mogelijke scenario’s.
Het compressorstation en het platform op de Noordzee liggen op grote afstand van de bebouwing, zodat er alleen risico’s zijn voor het eigen personeel. Het personeel wordt getraind in hoe hiermee om te gaan en voorzien van de benodigde veiligheidsapparatuur.
Als de leiding onder water beschadigd én er een groot lek ontstaat, zal de uitstromende CO2 meteen sterk mengen met het water. Het gevolg is dat er aan het oppervlak een geleidelijk stroom CO2 naar boven komt. Dit kan effect hebben op passerende schepen. De risico’s zijn vergelijkbaar met bestaande risico’s aangezien er zich veel gasleidingen onder waterwegen bevinden.
De CO2 wordt op 3 tot 4 kilometer diepte onder de Noordzee opgeslagen. De putten, zogenoemde P18-reservoirs bevinden zich in een gesteentelaag die miljoenen jaren oud is. Het aardgas in deze putten dat eerder gewonnen werd, zit in afgesloten delen. Door de injectie van CO2 zal de druk in de reservoirs toenemen, maar strenge beheersmaatregelen zorgen voor veilige opslag. Er is ook aandacht voor mogelijke bodemstijging en risico’s op aardbevingen, hoewel de kans hierop klein is. Het risico op lekkage van CO2 wordt als verwaarloosbaar klein beschouwd; om de risico’s nog verder in te perken worden de wanden van de putten periodiek gecontroleerd en zijn er controlemaatregelen voor putwanden en breuken.
In de eerste 15 jaar nadat het Porthos-systeem operationeel is wordt het gasveld door Porthos zelf gevuld en continu gemonitord zodat eventuele lekkage snel wordt herkend. Het Staatstoezicht op de Mijnen controleert de monitoring. Na het verwijderen van de putten en het platform, is er geen directe monitoring meer mogelijk. De reservoirs zijn dan al geruime tijd afgesloten gebleken. Mocht er lekkage optreden, dan zal dat zich in zeer geringe mate voordoen en in de bovenliggende gesteentelagen worden opgevangen. Na afloop van de CO2 -injectie worden de reservoirs veilig afgesloten.
Wie leggen het Porthos-project aan?
Het Porthos-project is opgedeeld in een aantal fasen, die soms parallel lopen en elkaar soms opvolgen. De aanleg van het land- en zeeleiding transportnetwerk, de bouw van het compressorstation en het koelwaterpompgebouw en het aanpassen van het platform zijn Europees aanbesteed. Het overzicht hieronder geeft aan welke hoofdaannemers zijn gecontracteerd voor de diverse bouwwerkzaamheden:
Werkzaamheden | Hoofdaannemer(s) |
Onshoreleiding | DENYS NV en LMR Drilling GmbH |
Compressorstation | Bonatti Società per Azioni |
Koelwaterinlaatgebouw | G. van der Ven B.V. Aannemingsbedrijf |
Platform | TAQA |
Putten | TAQA |
Offshoreleiding | Allseas |
Hoe gaat het nu verder met Porthos?
Vanaf het voorjaar van 2024 zijn de uitvoeringswerkzaamheden voor Porthos opgestart. Het overzicht hieronder geeft een globale planning van de werkzaamheden:
Januari 2024 | Start bouw |
Eerste helft 2024 – begin 2026 | Landleiding (onshore) |
Eerste helft 2024 – midden 2026 | Compressorstation |
Eerste helft 2024 – begin 2025 | Koelwaterpompgebouw |
Eerste helft 2025 – eind 2025 | Platform |
Eerste helft 2025 – eind 2025 | Putten |
Medio 2025 – eind 2025 | Zeeleiding (offshore) |
2026 | Porthos-systeem operationeel |
Ontvangt Porthos subsidie voor dit project?
Porthos ontvangt financiële steun voor de kosten die gemaakt worden in de voorbereiding van het project en voor de investering in de infrastructuur. Voor de voorbereidende studies heeft Porthos in 2018 € 1,2 miljoen subside ontvangen van RVO en in 2019 € 6,5 miljoen subsidie van de Europese Commissie. Voor de realisatie van de infrastructuur heeft Porthos in 2021 een subsidie van € 102 miljoen uit Brussel toegekend gekregen.
In het voorjaar van 2021 kregen de klanten van Porthos SDE++-subsidie toegekend. Zij krijgen de subsidie om het eventuele verschil te overbruggen tussen de kosten van het Europese emissiehandelsysteem (ETS) en de totale kosten voor afvang, transport en opslag. Vanwege de ETS-systematiek is het de verwachting dat er op termijn steeds meer betaald moet worden voor de uitstoot van CO2. Daarmee is het zeer waarschijnlijk dat onze klanten veel minder, of misschien zelfs helemaal geen subsidie zullen ontvangen.
Met deze regeling kunnen de bedrijven een bijdrage leveren aan het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen én tegelijkertijd concurrerend blijven.
Waarin verschilt Porthos van de eerdere initiatieven rond CO2-transport en -opslag?
Elders in de wereld is al meer dan 30 jaar ervaring met CCS. Wat Porthos vooral bijzonder maakt is dat het één van de eerste CCS-projecten is die zich richt op de permanente opslag van CO2 van meerdere bedrijven en daarbij een open access-benadering hanteert. Het systeem wordt opgezet als een soort nuts-infrastructuur die ook door verschillende bedrijven kan worden gebruikt.
Anders dan bij het ROAD-project (Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject) richt Porthos zich op de industrie waarvoor voorlopig geen duurzame alternatieven zijn. Een ander belangrijk verschil is dat de opslag bij het Porthos-project niet op land onder bestaande bouw plaatsvindt, maar onder de Noordzee.